Dit boek is geen simpele handleiding voor de liefdeskunst, maar een diepgaande visie op liefde als een integrerend deel van de menselijke persoonlijkheid en het menselijke bestaan. Daarmee is het tegelijk een pleidooi voor en een aansporing tot toewijding, ootmoed, durf en zelfontplooiing als basisvoorwaarden voor de groei van echte liefde.
'De meeste mensen,' schrijft Fromm. 'stellen zich alleen de vraag hoe zij erin kunnen slagen door anderen bemind te worden, in plaats van zich af te vragen hoe zij zelf hun eigen vermogen tot liefhebben kunnen ontwikkelen.' – Dit boek daagt aldus uit tot het leren omgaan met liefde als de essentie van waarachtig mens-zijn.