In korte literair-filosofische schetsen brengt Giorgio Agamben rond het beeld van het naakte menselijk lichaam de meest urgente en actuele thema's van zijn werk bijeen. Het verband tussen feest en boulimia en de verborgen theologische implicaties van naaktheid. En verder: het glorieuze lichaam van de herrezenen, die maag en geslachtsorganen hebben en zich toch niet voeden en niet de liefde bedrijven; en de nieuwe vorm van onpersoonlijke identiteit die door biometrische apparatuur op mensen wordt gedrukt. Deze lijnen komen samen in het begrip 'onwerkzaamheid'.
Agamben is de poëet onder onze filosofen, met de betoverende kracht van een barokke dichter.
- La Stampa