Een nieuw, zeer toegankelijk geschreven lexicon van filosofische hoofdbegrippen zoals ‘tijd’, ‘goed en kwaad’, ‘god/religie’, ‘mens’, ‘vrijheid/vrije wil’, ‘geluk’, ‘pragmatisme’, ‘waarheid’.
De artikelen verschaffen niet alleen korte en overzichtelijke informatie omtrent betekenis, geschiedenis en gebruik van de besproken termen. Zij wijzen ook op de belangrijkste problemen die rond deze begrippen rijzen. In elk artikel worden de beide functies – informatie en kritiek – typografisch van elkaar onderscheiden.
De opzet van dit boek is enigszins verwant aan die van het befaamde Vocabulaire technique et critique de la philosophie van A. Lalande. Ook in dit standaardwerk wordt zakelijke informatie gecombineerd met meer beschouwelijke paragrafen en interessante faits divers uit de geschiedenis van de filosofie. Klein filosofisch lexicon is echter niet alleen veel beknopter. Het is ook in een vlottere stijl geschreven, zonder jargon of duistere taal, lichtvoetig en niettemin verantwoord.