Sanne van Driel onderzoekt hoe zij anorexia, een pathologie die voornamelijk bij meisjes voorkomt, anders kan denken en schrijven.
Ze verlegt de focus van 'de strijd tegen anorexia' naar anorexia als strijd, een strijd die blootlegt hoe - in de lijn van Foucaults analyse van de disciplinerende macht die zichzelf autonoom achtende subjecten produceert - (meisjes)lichamen tot (vrouw)subject gemaakt worden. Maar ook hoe een anorexiet met haar hongerpraktijk aan deze subjectivering probeert te ontsnappen en het zicht opent op de mogelijkheid van een ander leven. Deleuzes concept van het kleine meisje duidt in dit schrijven op het vermogen van zowel anorexia als de filosofie om te ontsnappen aan het vanzelfsprekende en dit anders te denken.