Prisma’s is het eerste deel van een reeks essaybundels over cultuurkritiek en maatschappij die door Adorno zelf is samengesteld. De hierin opgenomen essays behoren tot de klassiekers van de cultuurfilosofie.
In het openingsessay – beroemd om de uitspraak 'na Auschwitz een gedicht schrijven is barbaars' – behandelt Adorno de rol van de cultuurcriticus. Hij stelt dat het onmogelijk is cultuurkritiek te bedrijven zonder de maatschappij als geheel in ogenschouw te nemen. In essays over onder anderen Bach, Benjamin, Kafka, Schönberg en Spengler brengt hij vervolgens zijn visie in de praktijk.
Met Prisma’s plaatste Adorno zich midden in het publieke debat, en daar hoort hij nog steeds thuis. Juist zijn gevoeligheid voor de wreedheden die verstopt zitten in ons alledaags taalgebruik en maatschappelijk verkeer, maakt hem voor deze tijd belangrijk. Zoals de titelPrisma’s aangeeft: je moet de werkelijkheid 'breken' om er grip op te krijgen.
Oorspronkelijke uitgave:
Prismen. Kulturkritik und Gesellschaft (Suhrkamp, 1955/1977)
Vertaling:
Mark Wildschut