Een profetisch boek als Aldus sprak Zarathoestra – dat de veelzeggende ondertitel Een boek voor iedereen en niemand draagt – beroert existentiële snaren in elke nieuwe generatie van lezers. Want steeds zullen er weer mensen zijn die menen dat de veldslag tussen ‘iedereen’ en ‘niemand’ uitgevochten wordt in hun eigen innerlijk.
Toen Zarathoestra dertig jaar oud was, verliet hij het meer en het land van zijn geboorte en trok het gebergte in. Hij proefde hier de vreugden van zijn geest en zijn eenzaamheid en werd ze tien jaar lang niet moe. Eindelijk echter onderging hij een verandering in zijn hart, en op een ochtend stond hij met het morgenrood op, trad de zon tegemoet en sprak haar aldus toe:
‘Zie! Ik ben mijn wijsheid zat, als de bij die te veel honing heeft vergaard, ik heb handen nodig die zich uitstrekken.
Ik zou graag weggeven en uitdelen, tot ooit de wijzen onder de mensen in hun dwaasheid, en de armen in hun rijkdom weer vreugde hebben gevonden.
Daartoe moet ik in de diepte afdalen: zoals jij ’s avonds doet als je heengaat achter de zee en nog aan de onderwereld licht brengt, o overrijk gesternte!
Zoals jij moet ik ondergaan, zoals de mensen het noemen tot wie ik omlaag wil.
Zegen mij dus, o kalm oog, dat zonder afgunst ook al te groot geluk kan aanzien!
Zegen de beker die wil overvloeien, opdat het water als goud eraan ontvloeit en het de weerglans van jouw verrukking overal heen zal dragen! […]
Zie! Deze beker wil leeg worden, en Zarathoestra wil weer mens worden.’
— Aldus begon Zarathoestra’s ondergang.
Oorspronkelijk verschenen onder de titel: Also sprach Zarathustra
Vertaling: Wilfred Oranje
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account