Leestips voor de Dag van de Aarde

In Van wereld naar aarde ontwikkelt Vincent Blok een ecologische ontologie van de aarde in tijden van klimaatverandering. Hij gaat in tegen de filosofische traditie door zijn ontologie niet antropocentrisch, maar eco-centrisch te oriënteren. Vervolgens presenteert hij een speculatieve ecologie van de aarde als mogelijkheidsvoorwaarde voor de menselijke bewoning van de wereld. Zijn nieuwe perspectief op onze zorg voor de aarde biedt relevante inzichten voor de milieu- en techniekfilosofie.

Een boek dat het beste uit de filosofie, de literatuur en het recht bij elkaar brengt om de Noordzee een eigen stem te geven. In het antropoceen zijn mensen, planten, dieren en dingen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit vraagt om nieuwe vormen van vertegenwoordiging in politiek, recht, ethiek en taal. In opdracht van de Ambassade van de Noordzee onderzoeken de auteurs vanuit het idee van filosoof Bruno Latour om dieren en dingen een stem te geven, hoe de Noordzee over zichzelf zou kunnen beschikken.

De Franse filosoof Bruno Latour lanceerde een spraakmakend idee: we kunnen de wereld vanuit het gezichtspunt van andere mensen, dieren, planten en zelfs objecten bekijken door ons ermee te vereenzelvigen. Via rollenspellen is het mogelijk om andere personen en zaken een stem te geven in een theatraal ‘parlement der dingen’.
Latours idee, dat zich bevindt op het raakvlak van filosofie en kunst, is vooral aangeslagen in de wereld van de natuurbescherming. Zijn aanpak blijkt zeer geschikt om de ecologische rijkheid te verbeelden en politiek hanteerbaar te maken.

René ten Bos constateert in Dwalen in het Antropoceen een grootschalige verdwazing in onze samenleving ten aanzien van een belangrijke kwestie als klimaatverandering. Een term als 'Antropoceen' lijkt ons meer grip te geven op de problematiek, maar dat is volgens Ten Bos slechts schijn. Het alarmisme en het apocalyptische denken die tot uitdrukking komen in dit begrip helpen niet om meer richting te vinden. Ten Bos meent dat wij moeten leren ons open te stellen voor andere navigeertechnieken. Zijn nieuwe boek leert ons te dwalen in de vreemde zone tussen mens en natuur.

In het antropoceen stelt de mens zichzelf centraal en probeert hij de wereld op grote schaal te beheersen. De natuur wordt gereduceerd tot instrument en verliest haar intrinsieke waarde. Virginie Maris pleit voor een herwaardering van de natuur in haar radicale anders-zijn. Tegenover de platte, grenzeloze wereld van het antropoceen stelt Virginie Maris ‘het wilde deel van de wereld’.
Haar benadering veronderstelt een andere manier van denken over, en omgang met de natuur. Het is van belang onszelf te begrenzen, om zo de soevereiniteit van de wilde natuur zeker te stellen, en haar te beschermen tegen uitbuiting en vervreemding. We moeten ons in de wilde natuur gedragen als bezoekers van een vreemd land, niet als opzichters of beheerders.

Timothy Morton sluit aan bij de steeds breder gevoerde discussie over het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens een geologische factor is geworden en blijvend invloed uitoefent op het klimaat en de gesteldheid van de aarde. Het is volgens hem te simplistisch om te stellen dat het hierbij om eenrichtingsverkeer gaat, waarbij de mens een destructieve invloed uitoefent op alles wat niet-menselijk is.
In Duistere ecologie laat hij zien dat mens en niet-mens elkaar wederzijds impliceren. Het niet-menselijke werkt altijd op ons in: wij worden altijd al doorboord, bewerkt, aangetrokken en afgestoten door niet-menselijke actoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bacteriën en moleculen. Het duistere geheel dat deze interactie vormt laat zich niet makkelijk beschrijven, maar moet wellicht eerder gevoeld worden.