Nieuw: 'Traumagevallen' en 'Verleiding, drift en herhaling'
_w630.png)
Traumagevallen
Traumagevallen presenteert vier wereldberoemde casusbeschrijvingen van Sigmund Freud: Katharina (1895), Dora (1905), De Wolvenman (1918) en De man Mozes (1939). Deze gevalsstudies en klinische teksten behoren tot de literaire hoogtepunten van de twintigste eeuw. Maar ze laten ook zien dat het seksuele trauma, veel meer nog dan het oedipuscomplex, de belangrijkste rode draad vormt van Freuds denken.
Freud heeft zijn traumatheorie nooit verworpen. Sterker nog, in de verschillende stadia van zijn ontwikkeling heeft hij haar steeds opnieuw geherformuleerd en erop doorgedacht. Nu het (seksuele) trauma in onze tijd in het centrum van de belangstelling staat, bieden deze bronteksten over dit fenomeen ons fascinerende inzichten in de vroegste reflectie erop.
Verleiding, drift en herhaling
In zijn vroegste teksten verdedigt Sigmund Freud de ‘theorie van de verleiding’, die inhoudt dat de oorsprong van een neurose te vinden is in seksuele trauma’s uit de kinderjaren. Vaak wordt beweerd dat Freud de realiteit van dergelijke trauma’s later zou hebben verworpen, om deze te vervangen door oedipale fantasieën.
In Verleiding, drift en herhaling presenteren Herman Westerink en Philippe Van Haute een radicaal nieuwe lezing van Freud. Door de ontwikkelingsgang van zijn denken nauwgezet te volgen, laten zij zien dat de realiteit van het seksuele trauma heel het oeuvre van Freud is blijven bepalen. De exploratie van deze problematiek in enkele van zijn centrale teksten brengt bovendien aan het licht dat de rol van het trauma de louter klinische problematiek ver overschrijdt. Freud ontwikkelt een metafysica van het trauma die een tragische mensvisie impliceert.