Verschenen: 'Mijn intenties en ik'
Vrije wil is een raadselachtig fenomeen. Wij mensen hebben de indruk dat we zelf keuzes maken, maar de wetenschap vertelt een heel ander verhaal: onze handelingen zijn slechts het resultaat van onze persoonlijke eigenschappen, onbewuste associaties en hersenprocessen. Ons bewuste zelf is niets meer dan een passieve toeschouwer. Het is dan ook niet verrassend dat wetenschappelijk onderzoek vaak uitmondt in determinisme of ‘willusionisme’.
Wetenschappers buitelen over elkaar heen om te verkondigen dat hij niet bestaat, maar gaan voorbij aan de fundamentele vraag: wat is vrije wil eigenlijk?
‘Wat bedoelen we als we het begrip ‘vrije wil’ gebruiken? Wat ís vrije wil eigenlijk? Deze vragen komen in het wetenschappelijk onderzoek nauwelijks aan de orde. Maar als je vrije wil wilt onderzoeken, moet je toch echt eerst vaststellen wat het is. Je moet vrije wil definiëren. Je kunt ook niet onderzoeken hoeveel merels zich in ons land bevinden en of elektrische steps een gevaar vormen in het verkeer, als je niet eerst vaststelt wat we met de begrippen ‘merel’ en ‘elektrische step’ bedoelen. Met simpelweg zwarte vogels tellen of alle ongelukken met elektrische voertuigen registreren, kom je er niet. Hetzelfde geldt voor de claim dat iets níét bestaat: pas als we hebben vastgesteld wat we met het begrip ‘eenhoorn’ bedoelen, kunnen we claimen dat eenhoorns niet bestaan. En waar we vrij duidelijke criteria hebben als het gaat om merels, elektrische steps en eenhoorns, is daar in het geval van vrije wil veel meer discussie over.’
Fragment uit de inleiding