Interview over de nieuwe lesmethode Durf te denken!

In dit interview vertellen vakdidacticus Natascha Kienstra en educatief uitgever Janneke Wolters over de totstandkoming en het unieke didactische concept van de nieuwe lesmethode filosofie Durf te denken!
Inmiddels is de lesmethode Durf te denken! door de testfase heen en staat de lanceerborrel in de agenda, maar daar is ongetwijfeld een hoop werk aan vooraf gegaan. Hoe is dit project van de grond gekomen?
Natascha: Ik ben de oude filosofiedocent van Niels, de uitgever filosofie bij Uitgeverij Boom. Hij benaderde me ongeveer twee jaar geleden met de vraag of ik interesse had in het ontwikkelen van een nieuwe lesmethode voor filosofieonderwijs in de bovenbouw van het havo/vwo. Ik ben vakdidacticus filosofie en onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen en heb zelf jarenlang met veel plezier als filosofiedocent gewerkt. Voor mij was het ontwikkelen van een lesmethode op dit moment een geweldige kans die ik direct heb aangegrepen, omdat er een nieuwe lesmethode nodig was en omdat ik vanuit mijn onderzoek de laatste inzichten kon aandragen. In eerste instantie zijn we met ongeveer vijf docenten aan de slag gegaan. Het werd alleen al snel duidelijk dat we ons wel heel veel werk op de hals hadden gehaald. Een lesmethode ontwikkelen bleek een omvangrijk project. Met z’n vijven hadden we niet genoeg middelen en misschien ook wel niet genoeg kennis om dit project tot een goed eind te brengen. De vraag was dan ook: hoe moeten we nu verder? Grappig genoeg is uit deze praktische beperking een uniek concept ontstaan. We hebben namelijk besloten om academische experts bij het project te betrekken en hoofdstukken voor het tekstboek te schrijven, ieder over zijn eigen gebied van expertise. Het oefenmateriaal is ontwikkeld door vakdocenten. Door twee soorten professionals te benaderen, willen we het beste uit beide werelden integreren: interessante en gedegen lesstof geschreven door mensen met grondige en actuele kennis van zaken én werkmateriaal, verzorgd door vakexperts, dat gelijkwaardig is aan de handboekteksten.
Ik kan me voorstellen dat deze werkwijze de nodige coördinatie vereist. Hoe hebben jullie er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het werkmateriaal gelijkwaardig is aan de handboekteksten?
Natascha: We hebben benadrukt dat oefeningen en werkvormen niet slechts een invuloefening zijn bij het tekstboek, maar leerlingen moeten stimuleren tot zelf filosoferen. Om dit te bereiken hebben we gewerkt vanuit de doelstelling ‘filosofie leren is leren te filosoferen’. In plaats van exacte voorschriften over hoe een opgave eruit moet zien, hebben we een zestal ontwerpprincipes meegegeven aan de vakdocenten. Het heeft tot ontzettend goede resultaten geleid om de boel niet dicht te timmeren, maar om vakdocenten op hun professionaliteit aan te spreken. Onze mailboxen stroomden vol met prachtig oefenmateriaal, bijvoorbeeld mooi uitgewerkte stap-voor-stap-instructies, puzzels en debatvragen, waarbij docenten en leerlingen aan de slag gaan met alledaagse verhalen waaruit zij gezamenlijk filosofische concepten destilleren. Deze docenten beschikten vaak over een schatkamer aan boeiend oefenmateriaal en dito werkvormen. Dit oversteeg onze verwachtingen, zowel in diversiteit, kwaliteit als in hoeveelheid. Het was ontzettend bemoedigend om het enthousiasme te zien van leraren die soms al lange tijd meedraaien in het vak. Maar goed, afgelopen zomer lag er dus een enorme stapel materiaal van zoveel betrokken personen. Nogmaals, prachtig! Ik wist op dat moment alleen niet meer hoe ik het moest verwerken. In die periode is Janneke ingestapt. Ik zou willen zeggen dat er vanaf dat moment weer licht gloorde aan de horizon.
Janneke: Haha, ja, ik heb als educatief uitgever in de afgelopen jaren diverse boeken en multimediale methoden ontwikkeld en nu was aan mij de schone taak toebedeeld om in dit project structuur aan te brengen. Ik kreeg een berg materiaal aangeleverd en ben eerst begonnen met het structureren van het materiaal. Langzaam maar zeker werd duidelijk dat er een aantal lacunes waren. Dat is onvermijdelijk wanneer zoveel verschillende mensen aan een project werken. Het oorspronkelijke plan was dat vakdocenten met elkaar zouden samenwerken om oefenmateriaal te ontwikkelen, maar dat bleek in de praktijk erg moeilijk. Iedereen had drukke schema’s en deed dit er min of meer in z’n vrije tijd bij. Wel hebben academische experts en vakdocenten elkaars werk beoordeeld en commentaren en kritieken geschreven. Deze aantekeningen, opmerkingen en aanvullingen hielpen zoals gezegd bij het structureren. Nadat Natascha en ik alle lacunes hadden opgespoord, heb ik heel gericht aanvullingen verzameld. Inmiddels heb ik er meer dan vijftig verwerkt. Zo kwam er langzaam maar zeker vorm aan de lesmethode.
Wat was cruciaal voor ordening van het materiaal voor de lesmethode?
Janneke: Een belangrijk aspect was het ordenen van de vragen naar moeilijkheidsgraad. Sommige docenten hebben voornamelijk vragen aangeleverd die dicht bij de tekst blijven, terwijl andere docenten direct hogere-ordevragen aanleveren die een beroep doen op het kritische vermogen van leerlingen. Gebaseerd op haar onderzoek naar filosofiedidactiek heeft Natascha verschillende niveaus van filosofievragen onderscheiden. We hebben nu leesvragen die testen of een leerling de tekst uit het leerboek heeft begrepen, en oefenvragen die iets verder van de tekst af staan. Dit kunnen bijvoorbeeld vragen bij een video zijn. Deze twee zijn weer verdeeld in eenvoudigere, lagere-ordevragen en hogere-ordevragen, waarin leerlingen zelf een opvatting moeten formuleren.Tot slot zijn er de werkvormen: een zeer gevarieerd aanbod van socratische gesprekken, debatten, puzzels, schrijven van papers enzovoort, waarmee leerlingen actief aan de slag gaan met de stof. Met deze lesmethode streven we uiteraard naar een zo hoog mogelijk niveau van beheersing van het vak filosofie. Om dit hoge niveau te bereiken, is het belangrijk dat er goede oefeningen en toetsen beschikbaar zijn op alle niveaus. Een juiste balans tussen de verschillende niveaus garandeert bovendien plezier in het filosoferen.
Natascha: Dat is zeker waar, daarom hebben we ook aan vakdocenten meegegeven dat het zelf uitleggen van een theorie over het algemeen meer plezier biedt aan leerlingen dan louter opdreunen wat er in het boek staat. Het evalueren van een theorie biedt weer meer bevrediging dan haar uitleggen, maar om te kunnen evalueren zijn opdreunen en uitleggen wel essentieel. Een rijke variëteit van oefenmateriaal is dus ontzettend belangrijk voor deze methode, die gericht is op het stimuleren van leerlingen tot actief filosoferen. Ik ben ervan overtuigd dat goed filosofieonderwijs staat of valt bij de keuze van geschikte werkvormen. Een goede werkvorm daagt de vooronderstellingen van leerlingen uit, verleidt leerlingen tot substantiële argumentaties en laat zien dat leerlingen zelf een filosofische opvatting kunnen construeren. De werkvormen in deze lesmethode dragen zodoende bij aan effectief filosofieonderwijs.
Het werkmateriaal van Durf te denken! zal in eerste instantie digitaal beschikbaar zijn (wel kunnen er op aanvraag per domein cahiers geleverd worden). Waarom is hiervoor gekozen?
Janneke: Dit biedt mogelijkheden om links naar film- of audiomateriaal in te voegen. Bovendien kunnen scholen kiezen voor toegang tot de Filosofiebank van Uitgeverij Boom. In deze digitale filosofiebibliotheek zijn Nederlandse edities en vertalingen van de grootste filosofieteksten opgenomen. Het biedt een eenvoudige en effectieve manier om filosofische teksten te doorzoeken. Uiteraard kan een docent geen effectieve filosofieles geven wanneer het digitale materiaal uitsluitend wordt gebruikt om leerlingen individueel aan een vaste pc in een computerruimte te laten werken. Maar tegenwoordig wordt er veel met tablets gewerkt en kunnen leerlingen snel en gemakkelijk in groepjes filmpjes kijken of achtergrondinformatie opzoeken. Zo willen we een dynamische vorm van leren aanbieden. Nu de methode bijna klaar is, kan ik zeggen dat we een erg mooie en aantrekkelijk leeromgeving hebben gecreëerd. Ik wil dan ook uitdrukkelijk noemen dat we met heel betrokken redacteuren en fantastische vormgevers hebben gewerkt. Met z’n allen hebben we een bijzonder product gemaakt. Bijna is het zover. Binnenkort komen we nog eenmaal met alle betrokkenen bij elkaar voor de feestelijke lancering van de methode: Durf te lanceren!